direct naar inhoud van 4.1 Bodemkwaliteit
Plan: Steunpunt De Banne, Banneweg 22 Gorinchem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0512.BP2010110-4001

4.1 Bodemkwaliteit

De bodemkwaliteit dient geschikt te zijn voor de beoogde kwaliteit. Om dat aan te tonen is door MH Poly Consultants & Engineers in januari 2010 een tweetal bodemonderzoeken (conform NEN 5740) uitgevoerd.

B09.086.V1
Het onderzoek met kenmerk B09.086.V1 betreft een verkennend bodemonderzoek voor de toekomstige locatie van de zoutloods ten noorden van het plangebied.

Ten aanzien van de milieuhygiënische bodemkwaliteit is met betrekking tot de onderzoekslocatie de hypothese onverdacht 'ONV' gesteld. Op basis van de aangetoonde matig tot licht verhoogde gehalten in grond en grondwater dient deze hypothese te worden verworpen. Op basis van de aanvullend uitgevoerde werkzaamheden wordt het aangetoonde matig verhoogde gehalte minerale olie in de grond als voldoende afgeperkt beschouwd. Het verrichten van aanvullend/nader onderzoek wordt niet noodzakelijk/zinvol geacht.

De doelstelling van het verkennend bodemonderzoek, het met een gerichte onderzoeksinspanning, conform de NEN 5740, verkrijgen van inzicht in de algemene milieukundige bodemkwaliteit van de locatie en de milieuhygiënische bodemkwaliteit van de verdachte deellocatie, is in voldoende mate bereikt. Op grond van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem bestaat derhalve geen bezwaar voor de voorgenomen realisatie van een zoutloods op dit deel van de locatie.

Indien de matig verontreinigde grond ter plaatse van boring 10 ontgraven dient te worden, wordt geadviseerd om hiervoor een beknopt werkplan op te stellen en de gemeente Gorinchem hiervan op de hoogte te stellen.

B09.086.V2
Ten aanzien van de milieuhygiënische bodemkwaliteit is met betrekking tot de verschillende deellocaties de hypothese verdacht 'VEP' gesteld. Op basis van de aangetoonde (licht) verhoogde concentraties in grond en/of grondwater worden deze hypotheses bevestigd. De doelstelling van het verkennend bodemonderzoek, het met een gerichte onderzoeksinspanning, conform de NEN 5740, verkrijgen van inzicht in de algemene milieukundige bodemkwaliteit van de locatie en de milieuhygiënische bodemkwaliteit van de verdachte deellocatie, is in voldoende mate bereikt.

De uitgevoerde werkzaamheden in het kader van het veldwerk die vallen onder de BRL-SIKB 2000 zijn gecertificeerd (nr. K24350). Voornoemde met uitzondering van peilbuis 41. Boring 41 is afgewerkt met een peilbuis met een filter van 4,0 tot 5,0 m –mv. Als gevolg van de zeer slechte toestroming is het tijdens het plaatsen van de peilbuis niet mogelijk gebleken om de peilbuis af te pompen. Als gevolg van de aanwezigheid van grondwater is het niet mogelijk gebleken om de EC van het grondwater te meten zoals voorgeschreven.

Ten behoeve van het bepalen van de mate en omvang van de aangetoonde hoge concentraties chloride in het grondwater ter plaatse van de menginstallatie en de zoutloods wordt aanbevolen om nader onderzoek uit te laten voeren. Dit nader onderzoek kan worden uitgevoerd na ontmanteling van de deellocaties.

Conclusie
Ten aanzien van het aspect bodemkwaliteit zijn er geen belemmeringen voor de uitvoering van onderhavig bestemmingsplan.