Plan: | Steunpunt De Banne, Banneweg 22 Gorinchem |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0512.BP2010110-4001 |
De flora- en faunawet vereist dat ruimtelijk ingrepen geen verstoring mogen opleveren van de rust- en verblijfsplaatsen en de leefgebieden van beschermde flora- en faunasoorten. Om de ecologische waarde van het gebied te inventariseren is in maart 2010 een ecologische quickscan uitgevoerd. De resultaten van deze quickscan zijn verwoord in het rapport BM-rapport 2010, quickscan Banneweg Gorinchem. Dit rapport is tevens opgenomen in de bijlage. Navolgend zijn de belangrijkste resultaten weergegeven.
Vleermuizen
De bebouwing is beoordeeld als ontoegankelijk en ongeschikt voor vleermuizen. Verblijf-plaatsen worden dan ook niet verwacht. De randen van het plangebied kunnen mogelijk als foerageergebied gebruikt worden. Het is echter de vraag of dieren het plangebied kunnen bereiken doordat deze geheel is omgeven door brede (snel) wegen met veel verlichting.
Vogels
Het plangebied (beplantingen) is beoordeeld als redelijk geschikt voor algemene broedvogels. Bij de herontwikkeling zal een gedeelte van aanwezige bomen en struiken worden verwijderd, waarbij een zone van minimaal 6 meter breedte vanaf de perceelrand blijft behouden. Hierdoor blijven voor vogels mogelijkheden bestaan, zodat géén negatieve effecten te verwachten zijn.
Vissen en amfibieën
De sloot centraal in het plangebied is mogelijk leefgebied voor strikter beschermde vissoorten zoals kleine modderkruiper, bittervoorn en eventueel grote modderkruiper. Onduidelijk is of de watergang in het groeiseizoen een voldoende ontwikkelde vegetatie heeft voor strikter beschermde amfibieën.
Overige soortgroepen
Voor overige beschermde soortgroepen ontbreekt geschikt leefgebied, zodat effecten op voorhand uitgesloten zijn.
Aanbevelingen
Vleermuizen
Voor vleermuizen zijn aanbevelingen in het kader van de Flora- en faunawet niet noodzakelijk. Door de afwezigheid van vaste rust- of verblijfplaatsen worden er géén verbodsbepalingen overtreden.
Vogels
In het plangebied worden algemene broedvogels verwacht. Daarom wordt aanbevolen werkzaamheden uit te voeren buiten het vogelbroedseizoen, dat globaal loopt van maart tot augustus. Voor het verstoren van broedvogels wordt in principe nooit ontheffing verleend. Indien de planning dit niet toelaat, dient het plangebied voorafgaande aan de werkzaamheden door een terzake deskundige te worden gecontroleerd op broedende vogels.
Vissen en amfibieën
Indien de watergang geheel of gedeeltelijk wordt gedempt, dan wel wordt overkluisd, is het noodzakelijk een vervolgonderzoek uit te voeren naar amfibieën en vissen. Aanbevolen wordt de watergang in mei en in juni met een steeknet (met een breedte van circa 70 cm) te bemonsteren. Alle daarbij gevangen amfibieën, hun larven en vissen worden ter plekke gedetermineerd en weer losgelaten.
Overige soortgroepen
Voor alle soortgroepen geldt de zorgplicht, waarbij wordt verwacht, dat men voorzichtig omgaat met planten en dieren in het algemeen.
Conclusie
Ten aanzien van flora en fauna zijn er geen beperking aan de uitvoering van onderhavig bestemmingsplan. Wel dient voorafgaande aan het eventueel dempen van watergangen de watergang te worden onderzocht.